woensdag 15 februari 2012

ECB: geen Bundesbank maar eerder de Banca d’Italia

De Duitsers, en daarmee de Nederlanders, konden rustig slapen. De Europese Centrale Bank (ECB) zou weliswaar anders heten maar voor de rest een kopie zijn van de Bundesbank, de Duitse centrale bank. Om dat te onderstrepen kwam de ECB in Frankfurt te staan, waar ook de Bundesbank te vinden is.

De Bundesbank is al decennialang hét voorbeeld van een centrale bank die inflatie niet tolereert. Kortom, prijsstabiliteit was gegarandeerd, ook met de euro.

Goed, de eerste President van de ECB was geen Duitser, althans geen Duitser in de zin dat hij geen Duits paspoort had. Voor het overige was de Nederlander Wim Duisenberg dat natuurlijk wel. Een centrale bankier die geen inflatie duldde.

De euro bestaat inmiddels 13 jaar (in tegenstelling tot wat u in veel kranten in de eerste week van dit jaar ongetwijfeld gelezen hebt of gezien hebt op TV, bestaat de euro NIET 10 jaar maar 13 jaar al, de munt werd namelijk ingevoerd op 1 januari 1999). Is de ECB nog steeds een kloon van de Bundesbank? Helaas moet het antwoord ‘nee’ zijn. Die conclusie stoelt op een aantal zaken.

De opvolger van Wim Duisenberg was de Fransman Jean-Claude Trichet. Hij was tot op zekere hoogte een Duitsachtige centrale bankier, maar niet helemaal. Met de benoeming van de Italiaan Mario Draghi eind vorig jaar is het hoofd definitief geen Bundesbank type. Zeker omdat de tweede man een Portugees is en een prominent duif. Duif is binnen de wereld van de centrale banken de naam voor centrale bankiers die inflatie niet zo erg vinden en het rentebeleid vooral willen inzetten om de economie op de korte termijn te stimuleren.

In het dagelijks bestuur van de ECB zijn alle zes leden nominaal gelijk. In de praktijk is diegene die ook de scepter zwaait over de economische afdeling van de bank, iets meer gelijk dan de rest. Die hoofdeconoom van de ECB was sinds de oprichting altijd een, in termen van bereidheid inflatie toe te staan, oerconservatieve Duitse geweest. Eerst Otmar Issing en later Jurgen Stark.

Sinds kort is die post gegaan naar Peter Praet, een Belg en een centrale bankier die niet echt in het rijtje Issing en Stark thuishoort.

Praet kreeg die post door een stoelendans als gevolg van het plotselinge opstappen van Jurgen Stark. Die gaf eind vorig jaar aan te vertrekken bij de ECB. De reden was grote onenigheid met de koers van de bank. Steeds meer geld uitgeven aan het opkopen van staatsobligaties van de zwakke landen, feitelijk het financieren van tekorten van die landen, was iets waar iemand met principes zoals Stark, niet overheen kon stappen. Met andere woorden, hij en zijn bondgenoten, werden keer op keer verslagen in het bestuur van de ECB. Binnen dat bestuur geldt het principe ‘één man/vrouw, één stem’, wat betekent dat de Maltese centrale bankier evenveel te zeggen heeft als de Duitser in het ECB-bestuur.

Enkele maanden voor het vertrek van Stark, gaf een andere Duitser, Axel Weber, er de brui aan. Weber zou de nieuwe president van de ECB zijn geworden, maar hij zag in dat de ECB meer op Banca d’Italia lijkt dan op de Bundesbank. Zo een centrale bank kon hij, wilde hij, niet leiden.

Jaren geleden, tijdens een lunch, zei Andre Szasz, voormalig directeur van De Nederlandsche Bank en iemand die vanaf het begin in de jaren zeventig bij het europroject betrokken was, dat met de komst van de ECB de Duitsers voor het eerst in rentebeleid overstemd konden worden. Die voorspelling komt helaas uit.
Deze gedaanteverandering heeft nu al duidelijke gevolgen voor het beleid van de ECB (opkopen staatsobligaties, onbeperkte geldleningen aan banken voor een periode van drie jaar, renteverlagingen bij hoge inflatie) en zal komende jaren gevolgen blijven hebben.

Trichet wees er vaak op dat de ECB slechts één naald in het kompas heeft, namelijk prijsstabiliteit. Hij wilde daarmee zeggen dat de centrale bank in alles wat ze doet, zich altijd laat leiden door de vooruitzichten voor inflatie. Zijn die niet gunstig, dan kan het economisch slecht gaan, de ECB zou de rente niet verlagen.

Mijns inziens is de ECB haar kompas kwijt. En niet voor tijdelijk ben ik bang maar voorgoed. De afgelopen maanden heb ik vele artikelen gepubliceerd in allerlei Nederlandse en buitenlandse kranten over het afkalven van de onafhankelijkheid van de ECB, een andere manier om te zeggen dat de ECB weinig gemeenschappelijk heeft met de Bundesbank.

Ik ben nog steeds van mening dat bedrijven, spaarders en pensioenfondsen, zich niet realiseren wat voor gevolgen dat voor hen zal hebben. Vandaar dat ik per 1 februari een eigen macro-economische consultancy zal beginnen, waarmee ik bedrijven, beleggers en pensioenfondsen over de gevolgen daarvan en andere, structurele, veranderingen in de economie zal adviseren. Binnenkort zal ik op deze blog meer informatie geven over dat bedrijf.

Bedrijven en pensioenfondsen die al eerder meer over de dienstverlening willen weten kunnen me gerust mailen.

Maar eerst rond ik mijn boek af, ‘De toekomst van de euro’. Dat komt veel later uit dan verwacht, door een aantal vervelende gebeurtenissen in privésfeer (2011 was wat dat betreft een heel slecht jaar voor ondergetekende). Maar zoals zo vaak, zit ook hier een voordeel aan. Hadden alle geïnteresseerden dat boek ontvangen in de zomer of na de zomer van vorig jaar, dan zaten ze met een boek in hun handen dat al snel gedateerd was. Wat ze nu krijgen, zal een veel langere houdbaarheidsdatum hebben.

2 opmerkingen:

  1. Hoe kan het bestaan dat in tijden van enorme schulden, de ECB vrijwel gratis krediet verleent aan banken? Ik ben benieuwd naar uw boek over de toekomst van de euro.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Uw link naar de website van uw aanstaande boek werkt overigens niet .....

    BeantwoordenVerwijderen